Apotheek Romijn/M.C. De Vaart

Stationsstraat 110 1506 DK Zaandam Tel:075-6531630 Fax:075-6531636

Medische Encyclopedie

Inhoud

alpelisib

Alpelisib is een kankerremmende stof.

Artsen schrijven het voor bij een bepaald type borstkanker, namelijk een vorm die gevoelig is voor hormonen.

Wat doet alpelisib en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker bestaat uit meer dan honderd verschillende ziektes, waarbij lichaamscellen zich ongeremd delen. Het gevolg is tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die dodelijk kan zijn, als er niets aan gedaan wordt.

Door nieuw onderzoek is nu een goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met precies hetzelfde DNA als de moedercel.

Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel bevatten dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen. Hierdoor ontstaat kanker.

Hoe de schade in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen, zoals teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Behandeling
Operatie, bestraling, cytostatica-kuren en anti-oestrogenen worden het vaakst gebruikt tegen borstkanker. Bij een operatie verwijdert de arts de tumor in de borst. Daarna krijgt u bestraling, een chemokuur of allebei. Dit ligt aan wat voor soort kanker het is en of er veel kans is dat de kanker verspreid is.

U gebruikt alpelisib samen met fulvestrant, een ander medicijn tegen kanker. 

Werking en effect
Alpelisib blokkeert sommige enzymen, de fosfatidylinositol-3-kinasen. Dit zijn enzymen die kankercellen nodig hebben voor hun groei. Door deze te blokkeren remt alpelisib de groei van de tumor en de uitzaaiingen.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Te veel suiker (hyper) in het bloed

    U kunt een hyper herkennen doordat u meer dorst heeft, veel moet drinken en plassen en zich moe voelt. Waarschuw dan uw arts.
    Soms ook te weinig suiker (hypo) in het bloed.
    U kunt een hypo herkennen aan honger, een wisselend humeur, in de war zijn, hoofdpijn, moeheid en duizelig zijn. Verder aan een bleek gezicht, wazig zien, beven, zweten en hartkloppingen. Bij een erge hypo kunt u bewusteloos raken.

  • Maagdarmklachten als diarree, misselijk zijn, overgeven, zuurbranden en buikpijn.

  • Te hoge bloeddruk

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Meer kans op infecties. Zoals infectie van de blaas of urinewegen.

    Zelden een longontsteking
    Dit komt doordat u te weinig witte bloedcellen in uw bloed heeft. Witte bloedcellen beschermen uw lichaam tegen ziektes. Bij te weinig witte bloedcellen wordt u sneller ziek.
    Krijgt u koorts (meer dan 38°C) of klachten van een infectie? Waarschuw dan altijd uw arts. Voor en tijdens de behandeling zal uw arts regelmatig uw bloed controleren.

  • Bloedarmoede

    U kunt last hebben van snel moe zijn, minder kleur in uw gezicht, moeite met ademen en hartkloppingen.
    Heeft u hier last van? Raadpleeg dan uw arts. Bloedarmoede betekent dat u te weinig rode bloedcellen in uw bloed heeft. Of dat uw rode bloedcellen niet goed werken. Rode bloedcellen zorgen voor zuurstof in uw bloed en zijn erg belangrijk.

  • Meer kans op bloedingen, zoals blauwe plekken en bloedneuzen.

    Deze bijwerking ontstaat door een tekort aan bloedplaatjes. Neem contact op met uw arts bij onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken. Soms is het nodig de volgende dosis uit te stellen totdat de hoeveelheid bloedplaatjes weer op peil is.

  • Minder eetlust en afvallen

  • Afwijkingen in de hoeveelheid mineralen in het lichaam.

    De hoeveelheid calcium, kalium of natrium kan te laag worden.

  • Hoofdpijn, moe zijn

    Zelden slecht kunnen slapen.

  • Smaakproblemen

  • Huidklachten als, jeuk, droge huid, huiduitslag

    Zelden een rode of ontstoken huid.
    Zelden kan dit wijzen op een overgevoeligheid, zie “zelden”.

  • Ontsteking van het slijmvlies in de mond, droge slijmvliezen

    U kunt last hebben van pijn, een rode mond of een branderig gevoel in de mond

  • Opgezwollen enkels en onderbenen

  • Kaalheid of haaruitval

    Het haar maakt verschillende periodes door, waaronder de groei- en rustperiode. Een medicijn kan ervoor zorgen dat de haren sneller in de rustperiode komen en daardoor sneller uitvallen. Dit proces is omkeerbaar.

  • Ernstige veranderingen in het bloed (een keto-acidose)

    Hierbij gaat het lichaam vetten verbranden om aan energie te komen. De afbraakstoffen hiervan (ketonen) maken het bloed zuur. Dit kan erg gevaarlijk zijn.
    De klachten van een keto-acidose kunnen binnen een paar uur ontstaan. U merkt het aan een gekke ademgeur (“appeltjes”- of “nagellak”-geur), misselijk zijn, overgeven, grote dorst, veel plassen, snelle ademhaling en bewustzijnsverlies.
    Stop dan meteen met dit medicijn. En waarschuw bij de eerste klachten meteen een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
    Moet u een operatie ondergaan of krijgt u plotseling een ernstige ziekte? Dan heeft u meer kans op keto-acidose.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Uitdroging

  • Wazig zien, droge ogen

  • Tandpijn, pijnlijk of ontstoken tandvlees

  • Ontsteking van de lippen

  • Het hand-voet-syndroom

    Uw handen en voeten doen dan pijn, zijn rood en gezwollen en kunnen tintelen of doof aanvoelen. De huid kan afschilferen en er kunnen zweren of blaren op de huid ontstaan. Dit kan doorgaan als u stopt met dit medicijn. Waarschuw meteen uw arts als u deze klachten krijgt.

  • Spierspasmen, spierpijn

  • Afsterven van het kaakbot

    Raadpleeg uw arts als u last krijgt van kaakpijn, tandproblemen, mondklachten, wondjes in de mond of een vreemd gevoel in de kaak.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn

    Dit merkt u aan huiduitslag, jeuk of galbulten. Heeft u hier last van? Neem dan contact op met uw arts.
    Een ernstige overgevoeligheid merkt u aan benauwd zijn, flauwvallen of een opgezwollen gezicht, keel of tong. Ga dan meteen naar een arts of naar de Eerste-hulpdienst.
    In zeer zeldzame gevallen ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan: koorts, erg benauwd zijn, opgezwollen mond, tong, keel of gezicht, huiduitslag, problemen met ademhalen, flauwvallen, blaren op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Stop in deze gevallen met dit medicijn en waarschuw meteen een arts of ga naar de Eerstehulpdienst.
    Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dat door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Schade aan de nieren

    Waarschuw uw arts als u minder plast, pijn in uw zij heeft, misselijk bent en u zwak voelt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Ontsteking van de alvleesklier

    U kunt dit merken aan plotselinge erge pijn in de bovenbuik, een opgezwollen buik, gele kleur van huid en oogwit, onverklaarbare blauwe plekken, erge moeheid, keelpijn met koorts en blaren in de keel.
    Heeft u een van deze bijwerkingen? Waarschuw dan direct uw arts. 

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik alpelisib gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen zitten, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De belangrijkste wisselwerkingen met dit medicijn zijn de volgende.

  • Vaccins. Overleg met uw arts als u een vaccinatie krijgt. Sommige vaccins mag u niet gebruiken, omdat alpelisib ervoor zorgt dat deze vaccins minder goed werken. Ook verhoogt alpelisib de kans op bijwerkingen van deze vaccins. Voorbeelden van deze vaccins zijn: de bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed gecontroleerd worden om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Voorbeelden van deze vaccins zijn: influenzavaccin (griepprik), tetanusvaccin, vaccin tegen baarmoederhalskanker en hepatitis A en B vaccin.
  • Dit medicijn kan de werking van de bloedverdunners acenocoumarol en fenprocoumon versterken. Meld de trombosedienst dat u dit medicijn gebruikt of als de dosering hiervan wijzigt.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Autorijden?
Dit medicijn kan bijwerkingen veroorzaken, zoals moe zijn en wazig zien. Heeft u hier last van? Dan mag u niet autorijden. Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen zo lang u last heeft van deze bijwerkingen.

Alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van maag en darmen. U heeft daardoor meer kans op bijwerkingen op de maag en darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de behandeling met dit medicijn en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

Alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag aan kan. Sommige soorten voedsel kunt u beter niet eten als u last heeft van uw maag.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is onvoldoende bekend.

Gebruik daarom tijdens de behandeling en tot ten minste 7 dagen na de laatste tablet betrouwbare anticonceptie. Anticonceptie zorgt ervoor dat u niet zwanger wordt. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding tijdens de behandeling en tot ten minste 7 dagen na de behandeling. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt. Als het in de moedermelk komt, kan het ernstige bijwerkingen bij de baby geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?
Neem de tablet met een half glas water. U mag NIET kauwen op de tablet.

Let op! Neem de tablet NIET in als deze gebroken of beschadigd is.

Neem de tablet tijdens of meteen na het eten in.

Wanneer?
U neemt dit medicijn 1 keer op een dag in.

U mag dit medicijn op elk moment van de dag innemen. Het beste kunt u vaste tijden kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis. Neem het bijvoorbeeld in de ochtend na het eten in.

Hoelang?
Uw arts bepaalt hoelang u dit medicijn moet gebruiken. U gebruikt dit medicijn meestal een paar maanden tot jaren.

Terug naar overzicht